Opduwer Zeldzaamheid

1998. Het begon met een tip van een vriend die ergens een opduwer voor een loods had zien staan. “Zou dat niet de opduwer van mijn aak kunnen zijn?”. Het begin van een zoektocht naar de geschiedenis, het begin van verhalen, interviews, gesprekken. Leren over scheepsbouw, leren omgaan met oude gereedschappen en machines.

De locatie voor een grondige restauratie werd gevonden in Sappemeer. “Probeer het eens bij Wolthuis” zei Rob Martens, met wie Eddie destijds in het Noordelijk Scheepvaartmuseum werkte. En Roel Wolthuis was gelukkig gek genoeg om toe te staan dat het opduwertje in de tuin werd gezet. Een gouden greep, want naast een tuin had Wolthuis ook een werkplaats met machines en gereedschappen van rond 1900 waarmee hij ons tijdens de restauratie leerde werken. 

 

Beknopte geschiedenis Zeldzaamheid

 

 

 

 

 

 

 

De Zeldzaamheid is gebouwd bij N.V. C. Appelo Scheepswerf te Zwartsluis als ‘Havendienst Nijkerk. Opdrachtgever was de gemeente Nijkerk (Gelderland). Deze heeft het bootje van 1927 tot 1932 in eigendom gehad. Uit het raadsbesluit van mei 1927 blijkt dat het bootje de plaatselijke baggermolen moest verslepen om de Arkervaart versneld op diepte te kunnen houden. Gerrit van der Kamp werd als jongen aangenomen om op het bootje te helpen. Waardevolle informatie ontvingen we van zijn dochter, waarmee het contact tot stand kwam door een interview met Eddie en Marja in 2007 in de plaatselijke huis-aan-huiskrant.

(foto links: Gerrit van der Kamp (coll. Douma-Goud); foto rechts: opleveringsfoto sleepboot (gemeentearchief Nijkerk)

 

2de eigenaar (1936-1961) was Harmannus De Vroome uit Smilde.
De Vroome heeft het bootje gekocht in Hardinxveld via een advertentie in de Schuttevaer van 15 februari 1936. Hij noemde de sleepboot Martha. Volgens het kasboekje dat we via familie in bezit kregen, is de Vroome op 18 april 1936 gaan varen. Harmannus de Vroome woonde jarenlang in het voorondertje van het sleepbootje en sleepte vooral schepen over de Drentse Hoofdvaart. Hij werd ook wel “Mans van het bootje” genoemd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3de eigenaar (1961-1989) was Eppo Wieringa uit Groningen.
Wieringa heeft het bootje gekocht van de heer de Vroome, om het te gebruiken als opduwer bij zijn hasselteraak Dankbaarheid. Het inbouwen van een motor in het schip kostte te veel geld en laadruimte. Het varen met een opduwer was eigenlijk al achterhaald op het moment dat het sleepbootje werd gekocht. Eind jaren zestig meert Wieringa af in Groningen en vindt een baan aan de wal. In 1989 wordt het sleepbootje doorverkocht.

(foto links: Dankbaarheid met opduwer in de Zuiderhaven van Groningen (diacollectie Marten Klompien, Groninger Archieven); foto rechts: Dankbaarheid met opduwer in de sluis van Sint Andries (collectie Rijkswaterstaat))

Eddie Douma en Marja Goud zijn de eigenaren van 1998-heden. Eddie gaf het sleepbootje de naam Zeldzaamheid.

 

Uitgangspunten restauratie

Zowel de hasselteraak als de opduwer zullen worden teruggebracht in de staat waarin zij samen omstreeks 1960 vracht vervoerden. Voordat de slijptol erin gaat, documenteren we alles wat los en vast zit.

Om het project “Zeldzaamheid” betaalbaar te houden wordt besloten dat onder de vloer wordt gelast, en boven de vloer wordt geklonken. Voor de “Dankbaarheid” geldt iets soortgelijks: het vlak wordt gelast, maar de roef en het zichtwerk zoals de koekoek en het vooronderdeksel worden geklonken.

 

Archief

Het archief over de geschiedenis en restauratie van de opduwer omvat naar schatting circa 1600 foto’s en 150 pagina’s documenten of kopieën daarvan. Voor de hasselteraak Dankbaarheid staat de teller nu op circa 1500 foto’s en 75 pagina’s documenten of kopieën daarvan.

Logboek en foto’s

Alle verhalen uit het logboek Zeldzaamheid (tussen 2003 en 2014 op deze site gepubliceerd) hebben we verzameld in een dossier. Klik hier om het pdf-document te bekijken: Dossier Zeldzaamheid